Iorana a Paaseiland


Toen ik de afgelopen weken aan mensen vertelde dat ik naar Paaseiland ging, was de reactie vrijwel altijd “Paaseiland, waar ligt dat dan?”. Paaseiland, ofwel Rapa Nui, ligt op zo’n 5 uur vliegen vanaf Chili, nog verder naar links op de kaart. Een stipje in de Grote Oceaan, met de grootte van Texel. Het dichtstbijzijnde land is 3500 km verderop. Dáár ligt Paaseiland.

Ondanks dat het officieel tot Chili behoort, waan je je op Paaseiland in een totaal andere wereld. Als we op de luchthaven worden ontvangen met een kleurige ketting van verse bloemen is het meteen duidelijk: we zijn in Polynesië! En ook de camping waar we de komende dagen slapen is al net zo tropisch met een prachtig uitzicht op de oceaan!

Het is 1 februari, en het is geen toeval dat we vandaag naar Paaseiland vliegen. Het is namelijk de start van het jaarlijkse culturele festival Tapati. Twee weken lang zal jong en oud uit allerlei families tegen elkaar strijden in diverse wedstrijden, van zingen en dansen tot vis snijden en kanoën. Mannen strijden in hun nakie om de titel wie het snelst op een bananenslee de berg afglijdt. De vrouw uit de winnende familie wordt uitgeroepen tot koningin. Het is een eeuwenoude traditie, gebaseerd op de vogelmancultuur (birdman). We vallen ’s avonds meteen met onze neus in de boter. Alle Paaseilanders komen in het centrum bij elkaar voor de openingsceremonie. Ze dragen een bloemenkrans op hun hoofd, jonge vrouwen dragen rokjes van witte veren met een kokosnoot- of schelpenbikini en de mannen dragen.. tja, bijna niets.

De opening wordt gedanst door een grote groep Kari Kari dansers, dé dansers van het eiland. Het is een mix van Hawaiiaanse hula dansjes van de vrouwen versus een Maori haka van de mannen. Fantastisch om te zien! De ceremonie eindigt met een toespraak van de koning en koningin van vorig jaar, en een in memoriam van iemand die vorig jaar tijdens het festival overleden is.

Aan de rand van de vulkaan
De eerste dag huren we een mountainbike om het zuidelijke deel van het eiland te verkennen. 4,5 km naar de eerste bezienswaardigheid die we willen zien, prima te doen. Maar na een kleine km komen we erachter dat dat misschien iets te optimistisch ingeschat is. We fietsen een stukje omhoog de heuvel op, maar al snel weigeren de wielen van onze mountainbikes nog verder rond te draaien de heuvel op. We worden gedwongen af te stappen. Te steil. We lopen verder. En lopen, en lopen, er komt geen einde aan de heuvel. De 4,5 km blijkt alleen maar bergopwaarts, dus lopen we uiteindelijk alsnog met de mountainbikes aan de hand. We kijken uit over het stadje Hanga Roa en zien de (enige) dagelijkse vlucht landen op de landingsbaan naast het stadje.

We wandelen verder en aan het eind van de weg, bovenop een oude vulkaan, worden we beloond met een prachtig uitzicht over het kratermeer Rano Kau. Een toepasselijke naam, gezien alle cows die we onderweg zijn tegengekomen. Samen met de koeien paraderen ook loslopende paarden door de straten.

Rano Kau

De birdman traditie
We stappen weer op onze mountainbikes en fietsen verder naar Orongo, een oud dorp dat bekend staat om de birdman traditie, waar het festival Tapati op is gebaseerd. Vanaf het dorp kijk je vanaf een hoge klif uit op drie kleine eilandjes, motu’s, voor de kust. Op de eilandjes nestte de manu tara. Ik leer dat manu vogel betekent. Ineens begin ik me af te vragen of mijn Spaanse achternaam iets met een vogel te maken heeft en mijn roots in Polynesië liggen?! Anyway, elk jaar werd er een wedstrijd gehouden, waarbij je als man naar het eilandje Motu Nui diende te zwemmen, er dagen of soms weken te wachten totdat de vogel in kwestie er landde en nestte, het ei van de vogel te pakken te krijgen, om vervolgens met het ei onder je kin weer terug te zwemmen – zonder dat het brak natuurlijk – en de 300 m hoge kliffen op te klimmen van de Rano Kau vulkaan terug naar het dorp Orongo. De eerste man die dit lukte, werd uitgeroepen tot Birdman, werd koning van het land en mocht een jaar lang in zijn eentje op de andere vulkaan van het eiland wonen. Het is maar wat je er voor over hebt.. In 1878 is de birdman traditie afgeschaft, en hebben ze het vervangen door het hedendaagse Tapati festival. Terwijl we uitkijken over de eilandjes, zien wij er plots een minuut later minder heldhaftig uit als de mannen destijds. De regen uit de verte kwam verdomd snel dichtbij, dus veranderen we in twee verzopen katjes.

Motu Nui
Traditioneel huis in Orongo

Vrienden maken met de moai
De volgende dag regent het. Wat is dat toch tegenwoordig met die tropische paradijsjes? De middag pakken we iets minder sportief aan dan gisteren; we huren een quad. Die gaat een stuk makkelijker de berg op, dus rijden we naar het noordwestelijke deel van het eiland, op weg naar waar het op Paaseiland voornamelijk om draait: de moai. Al snel zien we de eerste moai verschijnen langs de kust. Zo gaaf! De enorme stenen hoofden dienden vroeger als een soort grafsteen op de plek waar een stamlid werd begraven, zodat diegene voor eeuwig over het eiland kon waken. De gezichten zijn dan ook altijd landinwaarts gericht. Het is uniek in de wereld en zo gaaf om te zien!

Het eiland barst van de moai, ahu (een soort gedenkplaatsen) en grotten. Onderweg stoppen we bij een grot, lopen een half uur, om vervolgens een beetje teleurgesteld te worden door het grotje. We lopen nog een half uur verder voor onze volgende moai, maar helaas blijkt er geen moai meer te staan en is het alleen nog een ahu, wat er nu eigenlijk gewoon uitziet als een saai grasveld. Jammer, off the beaten track loont dus niet echt, dus besluiten we maar met onze quad naar de volgende highlight te rijden: Ahu a Kivi. En daar vinden we wel zeven mooie moai vrinden op een rij, de enigen van het eiland die wél naar de zee kijken, wat een plaatje!

Tapati teleurstelling
’s Avonds sluiten we weer af met een Tapati optreden. De wedstrijd met de naakte mannen op de bananenslee blijkt pas volgende week te zijn. Ondanks dat we natuurlijk stiekem daar voor kwamen, vermaken we ons toch. Vandaag stond in het teken van cultuur, dus zien we ’s avonds optredens van de kindergroepen, Polynesische tango (wat meer lijkt op flamenco?) en solozangers met een banjo. Wat een feest!

De quad bevalt wel, dus huren we ‘m nog twee dagen. We rijden zo’n 20 km naar het noorden om het noordelijke deel van het eiland te verkennen. Met de wind in onze haren, de zon op ons gezicht, en af en toe een natte plensbui op onze kleren, scheuren we door het verlaten Paassche landschap langs de kust. Veel leuker dan de tourbusjes die ons voorbij scheuren. Behalve het stadje Hanga Roa, is de rest van het eiland onbebouwd. De enige bewoners lijken koeien en paarden. We voelen ons aan het einde van de wereld.

En aan het einde van die wereld doemt de tweede oude vulkaan voor ons op: Rano Raraku. De moai op het eiland werden ooit uit het gesteente van deze vulkaan gemaakt en verspreid. Hoe de enorme beelden ooit zijn verplaatst, blijft tot vandaag de dag nog een raadsel. De vulkaan is nog steeds bezaaid met moai, WOW! Wat een gaaf gezicht. Enorme hoofden steken eigenwijs uit het grasveld. Sommigen zijn omgevallen op hun snufferd. En bovenop de vulkaan hebben we weer een prachtig uitzicht over een kratermeer. Of nou ja, krater, want er zit geen water meer in. En ook hier staan en liggen aan de overkant weer tientallen moai. Dat het vroeger een belangrijke plek is geweest, is wel duidelijk! En in de verte zien we de volgende highlight alweer opdoemen: de 15 moai van Tongariki. Wederom een plaatje!

Kratermeer

Drink met je billen bloot
De laatste dag touren we opnieuw naar het noorden, naar het enige strandje van het eiland: Anakena. Een waar tropisch paradijsje met wit zand, een blauwe zee, 100 palmbomen en nieuwe moai vriendjes. Onder hun toeziend oog bakken we nog iets bruiner en klimt er op de achtergrond een man met zijn billen bloot in een palmboom voor een kokosnoot. Genieten.

Na een kleine week neem ik met een beetje pijn in mijn hart afscheid van dit bijzondere, unieke, mooie eiland. We vliegen weer terug naar Santiago, vanwaar we de volgende dag door zullen vliegen naar een iets kouder oord: Patagonië!

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. Ans & Joop Manuels schreef:

    Wat een mooie tekst en verhaal als of we er bij zijn geweldig mooie bezienswaardigheden en cultuur daar op dat eiland. En weer schitterende foto’s. Nu weer 2 dagen vliegen voor het volgende avontuur.
    Groetjes PaMa xxx

  2. Ellie en Geer schreef:

    Hoi Chantal. Weer een mooi plekje ontdekt. En die blote mannen op de bananen slee… Wie weet wat je onderweg nog tegenkomt. Nog een fijne vakantie. Groetjes Ellie en Geer

Reageren?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s