Om 5.00u ’s ochtends worden we opgehaald door Toef (ja, de namen van onze privé chauffeurs worden na Parnabasse en Jas steeds leuker). Tijd om aan het strand te liggen in Morondava hadden we helaas niet, want in de kleine week die we nog over hebben willen we nog heel graag naar het noorden reizen en dat kan alleen met een 4WD.
Alleen in de allée
En zo rijden we in het donker naar de beroemdste straat van Madagaskar: Allée des Baobabs. Een oranje zandpad met daar omheen tientallen baobab bomen waar Madagaskar zo bekend om staat. Om 6.00u komen we aan en zien we in het vage licht langzaamaan de mist boven het landschap optrekken. Dan verschijnt de zon aan de horizon en kleurt de hemel oranje. De typische bomen met hun dikke stammen en gekke vertakkingen steken er hoog in de lucht bovenuit. En er is werkelijk niemand. Wow, wat een magisch moment! Tegen 7.00u komt er langzaam wat leven en rijden de eerste cyclo-pousses en karren met zebu’s door de allée. We zijn blij dat we er met zonsopkomst zijn, aangezien we hoorden dat er bij zonsondergang zo’n 200 toeristen op je foto staan..
Love tree
Vervolgens rijden we nog even naar de bekendste baobab: de love tree. Een baobab met twee stammen die in elkaar verstrengeld zijn. Dé souvenir van Madagaskar. Daarna rijden we richting het noorden, op een inmiddels voor ons zo vertrouwd hobbelend oranje zandpad. Toef houdt ook van met de ramen open rijden, dus na een half uur zijn we alweer helemaal oranje. Het lijkt steeds wel alsof iemand een oranje poederkanon heeft afgeschoten. De struiken langs de weg zijn net zo oranje als het pad. Nou ja, doen we ook nog een beetje mee met de oranje feestvreugde omtrent het voetbal in Nederland.
Stille Toef
Toef spreekt trouwens geen Engels. En nauwelijks Frans. Eigenlijk spreekt Toef uberhaupt niet. Hij stopt voor een restaurantje en knikt. Oh, hier gaan we dus lunchen. Oke. Als we klaar zijn, wijst ie naar zijn auto en we rijden weer verder. Een paar uur later stopt Toef en wijst ie naar een boom. Oh, we mogen even plassen. Het is alsof we steeds weer in een zelfrijdende auto stappen. Heel apart. De muziek van Toef is al even gevarieerd. Door de hobbels slaat ie namelijk over en zo luisteren we 8 uur lang naar hetzelfde liedje. Om half 4 ’s middags komen we dan ein-de-lijk na al dat gehobbel en met 2 pontjes varen aan bij het Tsingy NP.
Tsingy NP
Het Tsingy de Bemaraha NP staat bekend om zijn limestone pinnacles en is UNESCO werelderfgoed. Het bestaat uit het Grande en Petite gedeelte. Door tijdgebrek in Nederland hebben we ons niet goed in kunnen lezen, dus laten we ons door het park adviseren en kiezen we voor de hike naar de Grande Tsingy. Na de vraag Will it be a tough hike? blijft het iets te lang stil. ’s Avonds slaan we de Lonely Planet er nog even op na en ook daar lezen we dat je er van tevoren goed over na moet denken want het ‘requires a serious level of fitness’. Hm. We zien het wel.
Grotten
De volgende ochtend ontmoeten we om half 7 onze gids Olivier. Vakantie hebben we dus niet echt, want we staan elke dag belachelijk vroeg op. Je moet er wat voor over hebben. Samen met Olivier stappen we in een traditionele pirogue en varen we in de vroege ochtendnevel naar twee grotten. Grappig hoe elke gids je altijd weer vol enthousiasme het verschil tussen stalagmieten en stalagtieten probeert uit te leggen, terwijl je allang weet dat die hangende de tiet is. Ook zien we weer een graf in de rotsen, met heel luguber een aantal schedels.
Grande Tsingy
Na de boottocht hobbelen we weer een uur over een oranje zandpad (met de inmiddels ook vertrouwde bosbrandjes langs de weg) en komen we aan bij de Grande Tsingy. Bij de ingang van het pad zien we een bord dat de hike samenvat. Level: difficult. Vervolgens geeft Olivier ons een tuigje om aan te trekken. What?! Gaan we ziplinen of waar is dit goed voor? Onzeker vragen we Olivier of het een zware tocht zal worden. Voorzichtig zegt ie Yes.. Jezus, waar gaan we aan beginnen?!
Nieuwe diersoorten
Eerst lopen we door een bos, waar we een nieuwe diersoort spotten: de sportive lemur! Geen sportief diertje, want het is eigenlijk een nachtdier, dus heel bijzonder om overdag te zien. Hij ligt te slapen in zijn boomholletje. Daarna weer een groep witte sifaka’s, een groep brown lemurs. Die hadden we ook al eerder gezien, maar blijft leuk. Daarna nog wat bijzondere vogels en weer een nieuwe diersoort: de Western rat.
Klimmen en klauteren
Op een gegeven moment houdt het bos op en staan we voor een muur van rotsblokken. Gaan we hier op klimmen?! Ja dus. En zo klimmen we met handen en voeten omhoog. We kruipen op onze knieën door grotten en houden onze buik in om door smalle openingen te gaan. De rotsblokken gaan even later over in scherpe punten. Er hangen stalen lijnen, waar we ons met ons tuigje moeten aanhaken. Ah, geen ziplinen dus, maar een stukje veiligheid omdat we boven grote hoogtes hangen. Jeetje, dit hadden ze er wel ff bij mogen zeggen, want met claustrofobie of hoogtevrees is deze tocht onmogelijk. Anyway, ik heb daar gelukkig geen last van en ben stiekem blij dat het meer een uitdagende klimtocht is dan een steile hike. Ik vermaak me enorm met het uitzoeken waar je nu dan weer eens je handen en voeten neer zult zetten. Heel even laat ik ook een traantje, want als ik mezelf in een grot omhoog wil duwen, glij ik uit en doe ik mezelf een halve whiplash aan en haal ik m’n elleboog open. Traantjes gedroogd en twee stappen verder scheurt m’n broek van voor tot achter op de naad open in m’n kruis. Heel fijn als je klimt en er mensen achter je zitten… (genant!) Maar dat mag allemaal de pret niet drukken, want niet veel later staan we op de top van de Big Tsingy. Wow, wat een gaaf uitzicht op de limestone pinnacles. Echt uniek! En aangezien ik toch al half in m’n blote billen sta, doe ik tussen alle toeristen maar m’n broek uit en trek ik de korte broek aan die ik gelukkig bij me had. Zo, ik kan weer naar beneden. We klimmen, lopen over bruggetjes en dalen langs rotswanden. Ik ben helemaal in m’n hum. En dan worden we ook nog even getrakteerd op de mooie mongoose. Yes, weer een nieuwe diersoort! Na een paar uur staan we weer beneden en lopen we door het bos terug naar de ingang. Moe maar heel erg voldaan hobbelen we het uur over het oranje zandpad weer terug naar onze accomodatie.
In ons houten hutje willen we even lekker douchen. Maar er zitten hagedissen, kikkers en spinnen in de douche. Slik. Ja, ik kwam voor de dieren naar Madagaskar, maar in de douche..?! Mentale knopje maar weer om, ogen dicht, keihard zingen en douchen maar. Tja, het leven in Madagaskar gaat niet altijd over rozen..
Wel weer allemaal heftig en stoer.
Mooie foto’s weer. Fijne reis nog.
xxxPaMa