Om 6.30 uur ’s ochtends staan we op het station van Fianarantsoa. Klaar voor vertrek voor wat een van de mooiste treinreizen ter wereld moet zijn. Ooit aangelegd door de Fransen met een Zwitserse trein erop. Nadien slecht onderhouden door de Malagassische regering, ondanks dat het het van levensbelang is voor de dorpjes langs de route. Vanwege het slechte onderhoud is het reizen met de trein een hele uitdaging geworden. Afhankelijk van het aantal reparaties onderweg, zal de reis dan ook tussen de 12 tot 24 uur duren. Benieuwd hoe lang wij erover zullen gaan doen..
Stipt op tijd
Volgens het officiele schema vertrekt de trein twee keer per week om 7.00 uur. Maar dat kan zomaar 9 uur worden of nog later. We zoeken alvast naar onze plaats in de eerste klasse. De coupé ziet er best redelijk uit en is voor 75% gevuld met Franse toeristen. De lokale bevolking zit voornamelijk in de tweede klasse en dat ziet er zoals verwacht iets minder comfortabel uit.. We hebben het geluk dat de plaatsen tegenover ons leeg blijven en dus hebben we iets meer ruimte voor onze tassen. Tot onze grote verbazing klinkt om bijna stipt 7 uur het fluitsignaal en rijden we langzaam Fianarantsoa uit.
Prachtig landschap
Met nieuwsgierigheid naar het prachtige landschap rijden we een dikke witte ochtendmist in. De eerste paar uur zien we bijna niets. Om 9.30 uur breekt de zon door en zien we de mooie plaatjes. Rijstvelden, akkerbouw, bergen, valleien, bos, jungle, rivieren en soms zelfs stukjes wat de Veluwe had kunnen zijn.
De andere kant
Echter maken de mooie plaatjes al snel plaats voor de minder mooie. In de dorpjes waar we stoppen zijn geen stenen stationnetjes met een perron. Er zijn geen welvarende mensen die handel drijven en vol trots hun koopwaar aanbieden. Het ‘station’ is niets meer dan het oranje zand met voornamelijk houten krotjes erachter. Uit pure noodzaak worden schalen met eten aangeboden, van bananen en kreeft tot gefrituurde hapjes en rijstpakketjes, in de wanhoop dat je iets koopt. Maar we kopen niks. De Franse toeristen achter ons wel en een paar uur later zit hun zoon dan ook met pijn in zijn buik en tranen in zijn ogen voorover gebogen. Tja, dat kun je verwachten. Vlees hangt er hele dagen in de zon en de gefrituurde hapjes worden gemaakt in frituurvet dat al 10 jaar niet vernieuwd is. We houden het dus bij ons meegenomen stokbrood, chips en pinda’s. Al krijgen we daar ook maar moeilijk een hap van door onze keel, door alles wat we zien.
Armoede en ellende
Honderden kindertjes staan naast de trein. Smerig, alsof ze de kleren die ze dragen al een half jaar aan hebben. Sommige zo aan flarden gescheurd dat er nog weinig van over is. En de meesten ook zonder schoenen of slippers. Kindjes van nog geen jaar of zes alweer met een baby op de rug. Met indringende wanhopige oogjes kijken ze je aan, bedelend voor iets. Eten, kleding, alles is goed. We hadden een zak met toffees bij ons en voorzichtig proberen we de kindjes een snoepje te geven. Het is haast niet te doen, want zodra je één kindje iets geeft, heb je er meteen nog 10 om je heen staan en moet je hun teleurstellen. Pff, heftig hoor. De armoede wordt per dorpje erger. We weten niet meer waar we kijken moeten. Het ene moment zie je een albino jongetje met korsten in zijn gezicht van de zon. Het volgende moment kruipt er een zwaar gehandicapte jongen over de grond om ook iets op te vangen van wat uit de trein wordt gegooid. We zien een man met een open wond aan zijn knie waar god-mag-weten-wat uitpuilt.. En ondertussen staat een zielig meisje je al 30 minuten aan te staren in de hoop iets te krijgen. In de laatste dorpjes verschijnen ook de blote bolle buikjes van de ondervoeding. We kunnen het niet meer verwerken. De tranen staan in onze ogen. De stops duren ook veel te lang, soms wel een uur.
Confronterend
Je wilt het liefst alle kinderen iets te eten en een nieuw t-shirt geven, maar je kunt het niet. Het zijn er teveel. Ik zou m’n backpack vol kleding weg willen geven, maar doe het niet. Je denkt aan hoe je anders je reis door Madagaskar moet vervolgen. Je wilt al je eten voor die dag weggeven, maar bewaart toch ook wat zelf om de 24 uur in de trein vol te houden. Het is zó confronterend, het voelt zó verschrikkelijk egoistisch en we voelen ons naar van het machteloze gevoel. Onze trein rijdt vrolijk verder, maar deze kindertjes blijven waarschijnlijk de rest van hun leven in dit dorp..
Om 18.00 uur is het donker en zijn we blij dat het donker even onze ogen sluit voor wat er buiten gebeurt. Om 21.30 uur rijden we eindelijk Manakara binnen. We hebben er dus 14,5 uur over gedaan. Het kon slechter, maar we zijn blij dat we er zijn.
Do’s and dont’s
Als je de treinreis googlet, vind je op websites en blogs een en al mooie beschrijvingen. Hoe mooi het landschap is, hoe schattig de dorpjes zijn en hoe leuk het is om het dagelijks leven van de lokale bevolking te zien. Nou, ik vond er werkelijk niets leuks aan! Het is die paar plaatjes van het landschap écht niet waard. Mocht je ooit overwegen om deze treinreis te gaan maken, doe het dan niet. Of bereid je heel goed voor op wat je gaat zien (voor zover dat kan) en doe het als eye-opener voor wat er in de wereld gebeurt. Niet voor de mooie ervaring!
Oh wat triest allemaal… Lieve Chantal, wat moeten we dan toch dankbaar zijn met wat we allemaal hebben. Liefs ellie en geer
Heftig en indrukwekkend wat jullie daar hebben mee gemaakt en gezien, mensonterend zoals die mensen daar (moeten) leven.
Nu maar weer voor de mooiere zaken en dit snel achter jullie laten hoe triest ook.
xxxPaMa
Prachtig mooi verwoord Chantal 💋
Het lijkt me ook vreselijk moeilijk om dit te zien… Het doet je nog beter beseffen wat een rijkdom je eigenlijk zelf hebt ❤
Dikke knuffel 😘
Ach… geen woorden… wat triest…