Taxi brousses, Fianarantsoa & Ranomafana NP


De grootste uitdaging van het reizen in Madagaskar is misschien wel je vervoer. Wegen zijn slecht, dus auto’s worden eigenlijk alleen verhuurd met een prive chauffeur erbij voor 50 euro per dag. Busverbindingen zijn er niet en dus heb je voor lange afstanden eigenlijk maar één optie: de taxi brousse. 

Reizen met de taxi brousse

Een taxi brousse is een minibusje, maar dan eentje die ongeveer 25 jaar geleden bij ons al afgekeurd zou zijn (google maar eens, dan weet je genoeg). Ze verzamelen op een taxi brousse station vaak buiten de stad en vertrekken wanneer ze vol zijn. Als echte die hard backpackers besloten we vanuit Nederland geen vervoer te regelen en de uitdaging aan te gaan om met de taxi brousse te reizen. En zo stonden we om 8 uur ’s ochtends op het taxi brousse station in Antsirabe. Echter zat er net een busje vol en waren wij dus de eerste 2 personen voor een nieuw busje. Shit, wachten dan maar op de overige 12 personen die nog moeten komen.. 3 uur lang ‘vermaken’ we ons met bedelende kindjes proberen te negeren, alle indrukken om ons heen te verwerken en toch maar hier en daar wat pinda’s, cassave chips of cake te kopen uit een mand op een hoofd. Om 11 uur zit het busje nog steeds niet vol. De rit naar Fianarantsoa gaat circa 6 uur duren en we willen niet in het donker aankomen (18.00 uur). De tijd gaat dus dringen, dus besluiten we de laatste twee plekken maar zelf op te kopen. 15.000 ariary pp, wat neerkomt op zo’n 4,50 euro. Nou, daar willen we graag voor vertrekken! Het half uur daarna wordt de bagage op het dak gebonden (inclusief mand met kippen) en om half 12 gaan we dan eindelijk op weg!

De cultuurshock die Madagaskar heet

Tijdens mijn reizen naar diverse continenten heb ik inmiddels genoeg bedelaars, krotjes en vlees op vieze markten gezien om een voorstelling te maken van hoe het in Afrika zou zijn. We kennen immers ook de beelden van bedelende kindjes, rijstepapjes en mensen met kapotte vieze kleren. Echter met de geluiden, geuren, uitlaatgassen, starende ogen en warmte erbij is het toch allemaal nog een beetje heftiger in het echt. Alle beelden worden keihard en levensecht bevestigd. Ergens romantiseer je de beelden toch in je hoofd: donkere vrouwen met mooie rondingen, felgekleurde kleding en mooie fruitmanden op het hoofd. Maar hier maken die beelden plaats voor tengere vrouwen die niet meer dragen dan wat wij 10 jaar geleden ooit eens in de AH-bak hebben gegooid. Er zijn geen maxicosi’s en kinderwagens, alleen maar draagdoeken waarin baby’s hangen. En niet op de rug van een moeder, maar op de rug van andere kinderen. Ik kan niet eens beschrijven wat ik allemaal zie. Elke vijf minuten kijk ik mijn ogen uit. Vieze kindertjes spelend in het zand. Uitpuilende of schele ogen. Honderden mensen lopend op blote voeten langs de weg. Een familie die ons langsrijdende busje aanstaart alsof ze nog nooit een bus hebben gezien. Gekleurde was uitgestald over de rijstvelden, die volgens mij meteen weer net zo vies worden nadat ze in de Malagassische wasmachine zijn geweest (een emmer? een kapotte jerrycan? de rivier?). De typische hoge rechthoekige huisjes met puntdakje, net Monopoly-huisjes. Het rood-groene landschap vol met zebu’s. Het is allemaal bijna te veel om te verweken en die 6 uur heb ik echt wel nodig. Dit is wennen. Dit is het échte Afrika en daarmee de heftigste reis die ik ooit gemaakt heb. Voor het eerst in mijn leven ervaar ik een cultuurshock. Niet zo vreemd denk ik, als je je bedenkt dat Madagaskar tot de top tien van armste landen ter wereld behoort.. Eenmaal op het station van Fianarantsoa kiezen we uit de 10 ietwat-bedreigende mannen om ons heen maar weer voor de iene-miene-mutte optie en stappen we in een auto van blik die nog net vooruitkomt en waar de vloeistof onderuit lekt. We eindigen de dag in een mooie, schone kamer voor 7,50 pp per nacht.

Lemuren

Gelukkig heeft Madagaskar ook hele mooie kanten. En een daarvan is de natuur en de dieren. En dan op nummer 1 van je Malagassische bucketlist staat natuurlijk de lemuur, waar Madagaskar zo bekend om staat. Opnieuw bij gebrek aan vervoer sluiten we met de familie van ons hotel een dealtje: wij betalen de benzine van hun bus, dan hebben zij een dagtripje naar Ranomafana. En zo rijden we in twee uur naar Ranomafana National Park. Samen met een gids (nou ja, je krijgt er drie) doen we een 4 uur durende hike door het primaire en secundaire regenwoud, over boomwortels heuvel op en heuvel af. Twee gidsen lopen vooruit om de dieren te spotten. En oh wat zijn we lucky bastards: we spotten vier verschillende soorten lemuren, en ook allemaal nog eens van heel dichtbij! De golden bamboo lemur, de red fronted brown lemur, de great lemur en de black and white lemur. Whaa, wat een schattige leuke beestjes! Verder zien we nog een satanic leaf-tailed gecko (dus met een hoofd dat lijkt op satan en met een staart dat lijkt op een blaadje), een scarabee, de paradijsvogel en nog wat andere speciale vogels. Een super geslaagde dag dus, en ook fijn om heel even frisse lucht in te ademen en de mooie kant van Madagaskar te zien!

Één reactie Voeg uw reactie toe

  1. Ans&Joop schreef:

    Wel weer heftig allemaal maar ook mooie belevenissen natuurschoon en lemuren.
    xxxPaMa

Reageren?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s