Vanuit hoofdstad Vientiane nam ik de nachtbus naar Pakse, een stadje in het zuiden van Laos. Ik was al gewaarschuwd voor het feit dat de bedjes erg smal zijn voor twee personen, dus ik was heel benieuwd met welk Aziatisch mannetje ik die nacht goede vrienden zou worden. Maar het viel mee, de bedjes waren eigenlijk heel comfortabel en ik lag naast een Frans meisje. De bus vertrok rond half 8 ’s avonds. Toen ik net in slaap was gevallen – dacht ik – hoorde ik ineens iemand “Pakse, Pakse!” door de bus schreeuwen. Wow, we waren er al. Het was 6.15 uur ’s ochtends. Dat ging snel. Prima nachtje dus!
Wat Phu
Vanuit Pakse wilde ik graag naar Champasak voor een bezoekje aan de Wat Phu tempel: de oudste overgebleven tempel van Laos. Best bijzonder als je bedenkt dat de VS tijdens de Vietnamoorlog 9 jaar lang gemiddeld elke 8 minuten een bom op Laos liet vallen! Laos is dan ook het meest gebombardeerde land ter wereld. Vandaag de dag is er dan ook nog steeds 60% van al het materiaal nog niet geexplodeerd. Er geldt dus het strenge advies niet buiten de gebaande paden te gaan. Nog elke dag sterft er iemand in Laos door de UXO (UneXploded Ordnance), een bom of mijn die nog tot ontploffing komt.
Anyway, de Wat Phu tempel dus. Helaas bleek dat er maar één bus heengaat, en je dan in Champasak moet overnachten en de volgende dag de bus terug moet nemen. Bummer. Dat was ik niet van plan. Je kan er ook in 1,5 uur heen scooteren, maar deze held op sokken durfde dat niet. Geen Wat Phu tempel dus. Google maar even voor een foto van dat wat ik dus níet heb gezien haha. In Pakse is er verder niet zoveel te doen dus de rest van de dag me vermaakt met slapen, lunchen, slapen, chillen op een rooftop bar bij zonsondergang en balen dat er geen geld uit de pinautomaat kwam, maar wel een bonnetje van een geslaagde transactie..
4000 islands
De volgende dag in 4 uurtjes dus snel door naar alweer de laatste bestemming in Laos: Si Phan Don. Beter bekend en letterlijk vertaald als de ‘4000 islands’, wat genoeg zegt. Echter zijn er maar drie van die 4000 bewoond, de rest zijn zandheuveltjes in de Mekong. Don Khong is de grootste en dan heb je nog de twee kleinere en met elkaar verbonden Don Khon en Don Det. Don Det staat bekend als het backpackers party eiland. Dat leek me wel wat, dus die moest het worden. De eerste indruk was echter niets van dat alles: vies klein strandje, armoedige huisjes, crappy café’s en guesthouses en overal stank. Hmm. De rest van de middag me dus maar vermaakt bij het zwembad.
De charme van Don Det
De volgende dag samen met Remke en Nicolien, die nog altijd dezelfde route volgen als ik, een fiets gehuurd en rond gaan fietsen om het eiland te verkennen. 16 km wel te verstaan. En ineens begreep ik de charme van Don Det. Verwacht geen bounty eiland met een wit zandstrand, maar verwacht een eiland met het echte plattelandsleven. Je fietst over smalle zandpaadjes parallel aan de Mekong die het eiland omsingelt. File wordt veroorzaakt door kippen, honden, katten en buffels. Tussen de prachtige groene rijstvelden. Mooi tochtje wel!
Watervalgeweld met dodelijke afloop
Ook de brug naar Don Khon overgegaan naar de watervallen. Wow, wat een Mekong geweld! Kolkende golven komen van allerlei kanten samen. Prachtig om te zien. Naar is alleen om te bedenken dat de Mekong nog altijd veel slachtoffers eist. Zo hoorden we dat er zelfs een paar dagen geleden nog een Franse jongen is overleden hier! Hij was even aan het pootje baden bij het strandje bij de watervallen. Lijkt inderdaad een fijn plekje om even af te koelen, ook al staat er ‘no bathing, strong current‘. Iets te ver erin, meegetrokken door de sterke stroming en weg was ie. Z’n vrienden konden hem niet meer redden. De afgelopen dagen hebben ze hem overal gezocht met helikoperts e.d. en uiteindelijk is ie na drie dagen boven komen drijven. Vrijwel onherkenbaar. Wat een triest verhaal!
Voor mij dus geen tuben en kajakken in de Mekong meer. Ik besloot het bij de’veilige’ fietstocht te houden. Omdat er dan verder niet zoveel te doen is op het eiland, zit hiermee mijn reis door Laos er na drie weken op! Been there, Don Det!
Maar wat een prachtig land is Laos. Het land waar men enorm arm is, maar het goed lijkt te hebben. Zelfvoorzienend en in ontwikkeling. Het land van de slogan same same, but different. Hetzelfde als Thailand, maar zoveel authentieker en puurder. Het land waar honderden vlinders je steeds voorbij vliegen. Waar de bruine Mekong, de intens groene rijstvelden en de oranje gewaden van de monniken het land kleuren. Waar je teveel koopt op de leuke night markets en betaalt met een kip. Of 20.000 kip. Kortom, een mooie veelzijdige reis om op terug te kijken. Op naar ’t derde land deze reis: Cambodja 🙂
Ook dit ziet er weer goed uit en nu maar weer de grens over naar Cambodja.
Heel vervelend en erg lastig dat je smartphone is gecrasht maar gelukkig nog een i-Pad bij je kun je alleen niet bellen.
Fijne reis verder.
xxxPaMa