Vanuit Chintsa zijn we naar Hogsback gereden. Een natuurgebied waarvan de Zuid-Afrikanen zeggen “daar waar de feetjies woon” en waarvan wij dus zeggen dat J.K. Tolkien daar zijn ideeën heeft opgedaan voor Lord of the Rings. En zo ziet het er ook wel een beetje uit: groene bossen, bergen en watervallen. Helaas liet Tinkerbell zich door de regen niet zien, dus vonden we het eigenlijk een beetje saai bij aankomst. We besloten om tijdens een wandelingetje door het bos even na te denken wat we zouden gaan doen. Uit het niets dook daar een badkuip op, met prachtig uitzicht op het nevelwoud. Dat leverde natuurlijk een picture perfect op, zo eentje die je dan van je bucketlist kan afstrepen. Omdat we verder geen zin hadden om in de regen te gaan hiken of mountainbiken, en uitrusten ook niks voor ons is, besloten we om toch maar niet in Hogsback te verblijven en nog 4 uur verder te rijden naar onze volgende bestemming: Addo Elephant NP.
Addo Elephant NP
Helaas kwamen we daardoor wel laat aan in Addo, waardoor er helaas geen plek meer was om te verblijven in het park zelf. Zo kwamen we bij het Aardvak guesthouse terecht, net iets buiten het park. Weer een prachtig rondaveltje om in te slapen, dus we waren gelukkig. Ook nog een heerlijk restaurant ernaast, waar we voor het eerst wat wild op het menu zagen staan. Na enige twijfel liet Younes zich gelukkig overhalen om carpaccio van springbok te bestellen, gevolgd door een lekker mals stukje vlees van de kudu en het wildebees. Heer-lijk. Serieus, nog nooit zulk lekker vlees gegeten. De eigenaar van het restaurant schoof oook nog even aan tafel aan, die de prachtigste verhalen had over zijn leven. Een Canadees, die het goede leven had opgezocht in Zuid-Afrika. En al tig jaren op een duurzame, zelfvoorzienende manier probeert te leven. Met wat handel, zoals het restaurant, halen hij en zijn vrouw geld binnen om weer mooie ontwikkelingsprojecten op te zetten. Respect. Al helemaal toen hij de mooiste foto’s liet zien van dieren die hij had gefotografeerd toen hij een tijdje IN het Addo NP woonde.
De volgende dag hebben we de hele dag door het Addo Elephant NP gereden. Tja, je hebt een wildcard met gratis toegang tot alle parken of je hebt het niet. Nog even gebruik van maken dus. Addo NP staat bekend om de grote hoeveelheid olifanten die er leven. Nu hadden we die inmiddels wel genoeg gezien in de andere NP’s, en op een groep van 40 olifanten om de auto heen zaten we ook niet per se te wachten, maar toch blijft het leuk. We hoopten vooral op wat ‘nieuwe’ dieren. Zo zagen we hartebeesten, en ontzettend veel warthogs, de Pumba’s uit de Lion King zeg maar. Zo schattig. En we werden beloond met een groep spelende leeuwenwelpjes! We vonden Addo een erg mooi park, leuk om doorheen te rijden en weer heel anders dan de andere parken. Vooral omdat het hier beduidend meer heeft geregend en dus veel groener is dan het kale, herfstige Kruger NP op dit moment.
De volgende dag zijn we weer verder afgezakt langs de kust en rijden we weer een ‘nieuw’ stukje Zuid-Afrika binnen: de Sunshine Coast. De naam liet alleen wat te wensen over, want onderweg kwamen we in een eindeloze zware mistbank met stortbui terecht, het zicht was echt niet meer dan twee meter ofzo. Bizar. Nu we meer afzakken naar het zuiden, rijden we eigenlijk de winter tegemoet en dat drukt de pret toch wel een heel klein beetje. We vinden Kaapstad nu ook wel erg dichtbij komen. Kaapstad is onze eindbestemming en dus willen we daar vooral nog even niet aan denken. Maar goed, nog zo’n 1,5 week te gaan dus eerst nog even lekker genieten. We zijn naar Storms River gereden, een vredig, vrij uitgestorven dorpje, wat onze uitvalsbasis is voor alweer het volgende NP: Tsitsikamma! Overigens in Storms River in een superleuk hostel gezeten, Dijembe Backpackers, met een schaap als gastvrouw bij de receptie en de mega mooie poesjes Salt & Pepper op schoot bij de open haard.