Zondag zijn we vanuit Singapore naar Jakarta gevlogen, waar we twee fantastische dagen hebben gehad.
Kota, vergane Hollandse glorie
‘s Middags zijn we naar Kota gegaan, de oude wijk ‘Batavia’ van Jakarta, om wat Hollands glorie op te snuiven, helaas vergane glorie bleek later. Allemaal oude vervallen met planten begroeide koloniale gebouwen. Er woont niemand meer, alleen op straat is er leven. Een maand geleden is er nog een gebouw ingestort waarbij twee mensen zijn omgekomen.
Op het plein was een soort festival aan de gang en al snel raakten we aan de praat met Agus, een Indonesische jongen van 26 die tissues verkoopt. Hij sprak ons met een paar woordjes Nederlands aan en daarna hadden we een leuk gesprek in het Engels, wat hij erg goed spreekt. Even later kwam zijn big boss erbij, een Indonesische man van een nabij gelegen museum. We werden uitgenodigd om mee naar het kantoor van het museum te gaan, waar we om een grote vergadertafel moesten gaan zitten en er allemaal mensen bij kwamen zitten. Ze vertelden ons wat over de historie en lieten wat foto’s zien van vroeger toen de Nederlanders er waren. Ook wilden ze allemaal met ons op de foto en Agus kreeg de opdracht om ons een rondleiding door Kota te geven. Vervolgens hebben we samen met hem langs wat gebouwen gelopen, naar de haven Sunda Kelapa en een oude brug, de zogenaamde chicken bridge. Onderweg kwamen we langs een soort krottenwijkje, maar dan met kleine huisjes in plaats van krotjes. Agus vertelde dat er een wedding party bezig was en vroeg of we daarheen wilden. Wij dus samen met hem dat wijkje in en de mensen waren zo enthousiast! Ze wilden met ons op de foto, zeiden tegen ons allebei “hello mister” en waren erg blij dat we er waren. Toen we bij de wedding party aan waren gekomen, wilden twee bruidsmeisjes Chantal graag zoenen op haar wang en daarna was Chantal aan de beurt om hun te zoenen – en dat alles moest natuurlijk vast worden gelegd op de plaatselijke camera. Een superleuke ervaring, want als toerist loop je nooit zomaar zo’n wijkje in. Aan het eind van de dag wilden we Agus bedanken voor de rondleiding en wat geld geven, maar hij zei dat we dat beter bij de big boss konden doen in het museum. Wij dus weer terug naar het museum en verteld hoe een goede gids Agus is. Vervolgens vertelde de big boss dat hij Agus had ontmoet en hem had gevraagd toeristen te zoeken en rond te leiden, omdat hij zo goed Engels spreekt. De big boss wilde namelijk het toerisme een beetje op gang brengen en het museumbezoek stimuleren. Omdat wij zo tevreden waren en Agus wat geld gaven, bood de big boss Agus een baan aan als officiële gids en nu mag hij een opleiding daarvoor gaan volgen. Zo leuk dat wij hem aan een baan hebben geholpen! Een unieke kans voor hem omdat hij geen geld heeft om te studeren en eigenlijk veel te slim is om tissues te verkopen..
Orang bule in Bekasi
Daarna heeft hij een taxi voor ons geregeld zodat we weer terug naar het hotel konden en bood ons aan om de volgende dag met ons naar zijn hometown Bekasi te gaan, een dorpje buiten Jakarta. De volgende dag wachtte hij ons voor ons hotel op en zijn we met de public bus (€ 1,25 met zijn drieën) naar Bekasi gegaan. Stel je voor: een bus met 50 mensen, je zit op een rijstzak, er speelt een bandje muziek en er ligt een man op je schoot te slapen omdat hij naast je is ‘omgevallen’. Na ongeveer een uur met de bus en nog een stuk met de taxi kwamen we aan in Bekasi, waar Agus was opgegroeid. Het dorp had echter nog nooit blanke mensen gezien, dus het was een heel vreemde ervaring. Gillende kinderen, mensen die de buren waarschuwen met “bule! bule!” (witte mensen), hele straten die je daardoor aan het opwachten zijn, kinderen van 10 die op een motor aan komen rijden om te kijken, mensen die uit de rijstvelden komen aanrennen om je te zien, in je arm knijpen, je willen aanraken, aan je haar willen voelen, gaan gillen als je je zonnebril af doet, je Mr. Pretty (Chantal) en Mr. Handsome (Robert) noemen, kinderen die bang voor je zijn en gaan huilen als je weer een stap dichterbij doet, zwangere vrouwen die willen dat je hun buik aanraakt zodat hun baby gezond zal zijn en als klap op de vuurpijl: een stoet van ongeveer 100 kinderen en enkele volwassenen die je volgen! Werkelijk het hele dorp was uitgelopen. Ook kwamen we onderweg weer een wedding party tegen met een stuk of 50 vrouwen en de bruid, die ons uitnodigden om in het midden te komen zitten en wat te drinken en met de bruid op de foto te gaan. Verder hebben we Vera ontmoet, een meisje van 11 die een beetje Engels had geleerd van Agus (hij was leraar Engels toen hij nog in zijn dorp woonde) en zo met ons haar Engels kon oefenen. En ook twee oude vrouwtjes, die vergeten waren hoe oud ze zijn, maar ze moesten minimaal 90 zijn aangezien ze al kinderen hadden toen de Nederlanders er nog woonden en Indonesië onafhankelijk werd.
We hebben ongeveer 5 uur rond gelopen door het hele dorp, met blaren op en onder onze voeten en waren op het eind zó moe van het lachen na ongeveer – echt waar – 200 keer op de foto te zijn gegaan op mobieltjes, maar het was het waard! Het was echt een super bijzondere ervaring, voor ons om het echte Javaanse leven te leren kennen, voor hun omdat ze volgens Agus ons hun hele leven zouden herinneren en iedereen altijd zouden blijven vertellen dat ze eens in hun leven ‘bule’ hebben gezien.
Francien
Verder hebben we Francien leren kennen, een vrouw van een jaar of 60 die 12 jaar in Nederland heeft gewoond, maar ‘door Rita Verdonk het land is uitgezet’ en nu sinds 6 jaar weer in Jakarta woont maar zich daar erg ongelukkig voelt. Omdat ze Nederlands spreekt, was het erg leuk om met haar te praten. Ze woonde naast ons hotel en was zo lief! We hebben de hele avond met haar gepraat en zijn haar de volgende dag dropjes gaan brengen en daarna weer de hele avond met haar gepraat. Ze wil graag naar Bali verhuizen, maar ze is daar erg bang. Ze heeft in Nederland theologie en pedagogiek gestudeerd op de universiteit, maar op Bali worden veel christelijke dominees vermoord en met haar theologie-achtergrond is ze dus erg bang dat haar hetzelfde zal overkomen. Ze wil erg graag naar Nederland, maar heeft dan een sponsor nodig; iemand die haar een baan aanbiedt en financieel persoonlijk garant voor haar wil staan, en dat vind je natuurlijk niet zomaar vanuit Indonesië. Ze werkt nu met autistische kinderen en geeft bijles en doet nog wat vrijwilligerswerk.
Wel raar om te horen dat Indonesië zo gevaarlijk is eigenlijk, want Agus had ons ook al verteld dat hij niet lang in de straat van ons hotel kon blijven, omdat hij uit een ander gebied komt en als de mensen van de bars en restaurants uit onze straat zien dat hij er blanke toeristen heen brengt, ze hem in elkaar slaan en hem dat al eens was overkomen..
Ondanks dat iedereen ons had afgeraden om naar Jakarta te gaan, hebben we er twee fantastische dagen gehad. Het is inderdaad een vieze stad met ontzettend veel smog, arme wijken en vreselijk chaotisch verkeer, maar als je het ‘van binnen’ leert kennen is het een unieke ervaring.
Morgen nemen we de trein naar Yogyakarta en zijn benieuwd wat ons daar weer te wachten staat!
Ziet er weer geweldig uit de eerste dagen alweer veel mee gemaakt we zijn benieuwd wat je tijdens de treinreis allemaal te zien krijgt.
PaMa xxxx en Vlinder
Wauw Chantal! Dit ziet er zó gaaf uit. Wie maakt die prachtige foto’s? Nog heel erg veel plezier deze vakantie! Liefs, Alice
Beterrrr!!!
Mooi Jongens!
Mooi verhaal Buli’s! Geniet!
Wat bijzonder wat je daar allemaal mee maakt & wat een mooie foto’s weer! Geniet er lekker van, ik hou jullie blog bij!
wow, jaloers! Ik wil ook weer! Ziet er super uit en ook een mooie eerste kennismaking met de indo’s 😉
De foto’s zien er weer super uit, ik ben benieuwd naar jullie yogya avonturen. En of jullie setia kawan nog hebben kunnen vinden natuurlijk! xx
Dag Chantal…wat een bijzonder dagen had je daar. Nog heel veel plezier in Yogyakarta 🙂 .