Stel je de gekleurde huizen, straten met kinderkopjes en muziek op elke hoek van de straat van Cuba voor, mix het met Afrikaanse vrouwen met manden op hun hoofd en Portugese klanken en je hebt een aardig beeld van onze bestemming: São Vicente.
Op zo’n zeven uur vliegen vanaf Amsterdam liggen de tien Kaapverdische eilanden. Sal en Boavista zijn vanwege hun stranden het populairst en meest toeristisch. Wij kozen ervoor om naar Sao Vicente te gaan: het meest culturele eiland.
Independance day
Na aankomst trekken we meteen onze bikini aan en strijken neer op het Praia da Laginha van Mindelo. Zonnen wordt met een wind van 100 km p/u echter vrij onmogelijk gemaakt. Na vijf minuten lijken we meer op witte zandmannetjes en vliegen de scherpe schelpenstukjes ons om de oren. Dus vertrekken we maar weer. Hm, we kwamen voor het strand. Al slenterend dwalen we vervolgens bij zonsondergang door de straten van Mindelo, de hoofdstad van het eiland en het culturele hart van Kaapverdië. Gekleurde huisjes, vriendelijke mensen, een haven met een blauwe zee en de bergen op de achtergrond maken mooie plaatjes. We vallen ook met de neus in de boter; op 5 juli vieren de Kaapverdianen hun onafhankelijkheid. Wat er eigenlijk op neerkomt dat ze op 5 juli niks doen en het op 4 juli ’s avonds vieren. Een soort Koningsnacht.. In de straat van ons guesthouse wordt een groot podium gebouwd, waar ’s avonds snoeiharde Portugese muziek en kizomba nummers vandaan klinken. De straat staat vol mensen, maar het lijkt meer op een stilleven dan Braziliaans carnaval. Suzan en ik kunnen uiteraard niet stil blijven staan, maar worden door 100 ogen tegelijk aangestaard. Tjonge, moeten wij nou echt Afrikanen gaan leren dansen?! Gelukkig vinden we een paar mensen om ons heen die wel met ons willen dansen, al worden we door anderen gewaarschuwd dat het de gekken uit het dorp zijn…
Baia das Gatas & São Pedro
Met de taxi verkennen we het eiland en gaan we naar Baia das Gatas, waar we het strand nagenoeg voor onszelf hebben. Vervolgens rijden we nog naar São Pedro, wat volgens internet een pittoresk dorpje met heerlijke verse vis en een mooi strand is. Reality check: een paar huisjes, het restaurant (wel een groot woord voor een klein tentje met 100 vliegen) opent om 17.00u en op het strand staat weer die verdomde wind van 100 km p/u. Dus chillen we maar een beetje op het pleintje waar mannen een spelletje spelen, zien we een vliegtuig opstijgen vanaf de landingsbaan naast het strand en kletsen we wat met een Nederlands-Kaapverdiaanse man uit Rotterdam. Maar de tweede stranddag is dus ook een beetje mislukt.
Chantal en Suzan naar het einde van de wereld in Calhau
De volgende dag doen we een derde poging naar een ‘pittoresk vissersdorpje met strand’ en nemen we de aluguer (minibusje) naar Calhau. Het heeft inderdaad wat gekleurde huisjes en we zien een paar mensen, maar het voelt toch meer als Suzan en Chantal naar het einde van de wereld. We lopen wat door een Mars-achtig landschap en stellen ons voor dat we worden aangevallen door prairiewolven en woestijnvosjes. Dat houdt ons gaande en zo eindigen we op een surrealistisch verlaten strand met uitzicht op wit-oranje duinen en zwarte bergen. De golven zijn te hoog om in te zwemmen en na een klein minidutje op het strand zien we even later een aasgier boven ons hoofd cirkelen.. Dus besluiten we toch maar om weer te vertrekken.
Nieuwe Franse vrienden
Na een tijdje komt er eindelijk een auto voorbij. Ze stoppen gelukkig; het blijken drie Franse surf dudes te zijn. Ian, die op Lanzarote woont, is vanaf daar samen met zijn vrienden die in Londen en Monaco wonen op een boot naar Kaapverdië komen zeilen. We klimmen achterin hun pick-up en zo rijden we mee naar Salamansa, wat al net zo verlaten als Calhau is en opnieuw hebben we het strand helemaal voor onszelf. Samen met onze nieuwe Franse vrienden eten we heerlijke verse vis als lunch, waarna ze ons netjes terugbrengen naar Mindelo. Lucky us, anders stonden we daar misschien nog steeds te wachten op Godot.
Zo kleurrijk als Mindelo is, zo kaal en eentonig is het landschap van de rest van het eiland. Het is echt een vulkanisch, oranje eiland en doet me denken aan Fuerteventura. Er groeit of bloeit werkelijk niets, alleen stenen en zand. Na een paar dagen hebben we het volledige eiland dan ook wel gezien. Gelukkig reizen we nog verder naar een ander eiland: het groene Santa Antão.
Mooie tekst en plaatjes geschoten en weer wat op footstepsabroad gezet
Nog veel plezier.
xxxPaMa
Ziet er wel kleurrijk uit. Zeg ik een beetje laat…